T:"Hai, jij bent ..... (*)"
1:"Klopt. Jij komt me niet bekend voor."
T:"Trudy. Zeg maar Treetje. Ik ben de vrouw van ..... (*)"
1:"Oo"
T:"Jij woont in het buitenland heb ik begrepen"
1:"Is het leuk, zo op ... (*)'s reünie?"
T:"Ik zou niet zonder Nederland kunnen."
1:"Alles went."
T:"Maar de kinderen, hè."
1:"O ja, de kinderen."
2:"Hoi, mag ik even?"
T:"Is wat? Ja, die hadden hun vriendjes niet kunnen missen."
2:"Geef me effe mijn pillen."
T:"We moeten straks niet vergeten te tanken."
1:"Doe maar een pilsje."
T:"Morgen bij oma is het weer zo'n stuk omrijden."
2:"Jij rijdt."
1:"Ah, ook met chauffeur."
T:"Hij vertelt zo vaak over Eijkhagen."
1:"Da's knap."
T:"Soms is het net alsof ik erbij was."
1:"Mmhh"
3:"Dat recept moet je me dadelijk niet vergeten te geven."
T:"Nee, doe ik. Ja, ik hou van koken. Komt van mijn moeder's kant."
1:"Had je vanavond wel in de keuken mogen staan."
T:"Was toch netjes verzorgd."
1:"Ach"
T:"Wat fijn dat het je allemaal zo bevalt 'in den vreemde'. Haha."
1:"Tja, je doet ..."
T:"Nee, veertien dagen vakantie is meer dan genoeg."
1:"Kan"
T:"Ik ga ..... (*) eens naar huis brengen. Ik geloof het wordt tijd."
1:"Oo, succes."
(*) Invullen naar wens (**) Doorhalen wat niet van toepassing is
Geen opmerkingen:
Een reactie posten