donderdag 20 januari 2011

Eijkhagen bij nacht

 Na het vertrek in 1974 is naar mijn idee het Eijkhagencollge vrij snel verplaatst naar 'De Dormig' tegen het (eiken) bos naast het miljoenenlijntje. Ik zou het mijn zus kunnen vragen, die heeft een jaar of zes na mij hetzelfde traject doorlopen, net als haar dochter zich dit jaar buigt over het eindexamen op die 'nieuwe' plek maar met een andere naam.

 Op die nieuwe plek ben ik één keer geweest, ook in het kader van een soort reünie maar dan voor de hele school. Als ik daar aan terug denk, loop ik steeds weer tegen een van pedanterie doordrenkt beeld aan. Veel bla-bla, meer nog dan ik me van de laatste paar jaar op school herinnerde, diverse zeer met zichzelf ingenomen ex-klasgenoten, die het een genot vonden om zichzelf te horen praten, wisten hoe de wereld veranderd moest worden en wat van alles en iedereen terecht zou komen of net niet. Ik ben die middag niet lang gebleven.

 Op de oude plek aan de bosrand ben ik jaren later nog een keer teruggekeerd. De noodgebouwen hebben er nog lang gestaan en voor mijn idee was het begin jaren tachtig toen ik er rond gelopen heb, maar misschien vergis ik me. Het was in elk geval nacht, twee of drie uur in de ochtend. Voorjaar of zomer want ik was niet overdadig aangekleed. Het hekwerk dat je buiten moest houden stond alleen aan de kant van het Kapeller bos. Vanuit de wei was het ff onder het prikkeldraad door en via een van de vele ingeslagen ruiten stond ik zo binnen. Brugklas vleugel. Lokaal 1A, daar waar het is begonnen, rechts achterin aan de kant van de weilanden.

 Het was gelukkig een heldere nacht. Ik had niks bij me om me bij te lichten. Tussen idee en uitvoering had alleen de tijd gezeten, die het kostte om het bosje voor het huis van mijn ouders en de weilanden langs de Heerlense weg over te steken. De met linoleum bekleedde gangen vertoonde deuken en gaten in de vloer. Het plafond hing op vele plaatsen naar beneden en gaf de maan hier en daar rechtstreeks toegang tot de verlaten maar op de een of ander manier niet verloren lokalen.

 Het gebouw was onttakeld, toiletten ontmanteld, leidingenwerk gesloopt. Links en rechts lagen restanten van wat ooit kracht had uitgestraald. Een stoel, een kast, een krijtje, de houder waaraan de bel had gehangen, wat papieren, een verdwaald boek, de aangevreten restanten van een schrift. Ik ben er meerdere uren geweest. Heb hier en daar een tijd gezeten en toen het langzaam licht begon te worden, ben ik weggegaan met een tevreden gevoel. Terug zou nooit meer kunnen. Dat deed me deugd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten